Bijna tweederde van de exportkredietverzekeringen die Atradius DSB in de periode 2012 tot 2018 verleende, ging naar de fossiele-energiesector. Dat staat haaks op de klimaatafspraken van Parijs die Nederland heeft ondertekend.
Rijke landen, waaronder Nederland, verleenden sinds het ondertekenen van het klimaatakkoord van Parijs bijna 50 keer zoveel exportsteun aan projecten gerelateerd aan fossiele brandstoffen als aan projecten voor schone energie in vier Afrikaanse landen. Dat blijkt uit een onderzoek van vijf milieuorganisaties uit Ghana, Nigeria, Togo en Oeganda in samenwerking met Milieudefensie en Both ENDS. De rijke landen verzekerden via hun exportkredietverzekeraars energieprojecten met een totale waarde van 11 miljard US dollar. De helft van deze exportsteun is gerelateerd aan fossiele brandstoffen. Slechts 1% ging naar duurzame hernieuwbare energie.
De Tweede Kamerverkiezingen in Nederland zijn achter de rug en het stof is inmiddels neergedaald. Hoe het nieuwe kabinet er ook uit zal zien, één ding is duidelijk geworden: in Nederland ligt de focus vooral op ons eigen land. Buitenlandse kwesties speelden tijdens de verkiezingen amper een rol en we zien hetzelfde bij het proces rondom de kabinetsformatie. Nog verontrustender is dat sommige winnaars van de verkiezingen zich verder willen afsnijden van de wereld om ons heen.
Tijdens de Klimaattop in Glasgow besloten 39 landen om per eind 2022 te stoppen met het ondersteunen van de fossiele energiesector. Zeven van deze landen kwamen onder leiding van Nederland vandaag samen om te praten over het vergroenen van het overheidsinstrument waar de meeste winst te behalen valt; de exportkredietverzekering. Tussen 2018 en 2020 verleenden alleen al deze zeven landen voor 20 miljard euro aan exportsteun voor fossiele projecten. De landen hebben vandaag dé kans laten liggen om afspraken te maken over de implementatie van de Glasgow-verklaring, aldus Oil Change International, Milieudefensie en Both ENDS.
Both ENDS en Oxfam Novib verwelkomen het nieuwe SDG-Leenfonds van FMO. Dit fonds gaat ruim 1 miljard investeren in leningen aan kleine en middelgrote bedrijven in lage- en middeninkomenslanden, in de sectoren schone energie, inclusieve financiële dienstverlening en duurzame landbouw. De organisaties maken zich tegelijkertijd zorgen over de impact op de gewone mensen in de landen waar het geld van het fonds straks terechtkomt.
Een groep Nederlandse NGOs, waaronder Both ENDS, roept in deze brief Tweede Kamerleden op ervoor te zorgen dat de Nederlandse overheid zich houdt aan onze klimaatafspraken, en ambitie en leiderschap toont in aanloop naar COP26 in Glasgow, een klimaattop die van cruciaal belang om de urgente klimaatcrisis mondiaal het hoofd te bieden. Specifiek wordt aanbevolen om de Nederlandse bijdrage aan klimaatfinanciering op te hogen en in lijn te brengen met onze 'fair share' van €1,7 miljard. En om alle publieke financiele steun aan de fossiele industrie per direct te stoppen.
Zes van de negen planetaire grenzen zijn reeds overschreden (Stockholm Resilience Centre) en het Intergovernmental Panel on Climate Change stelt dat de temperatuur op aarde de grens van 1,5 graden boven het pre-industriële niveau tussen nu en 2027 zal overschrijden. Tijdens COP28 zullen we voor het eerst de wereldwijde balans opmaken. Er zal dan worden beoordeeld hoe ver we zijn met het behalen van de klimaatdoelen van Parijs.
Persbericht 24 oktober 2019
Vanaf vandaag kunnen investeerders aan de hand van vijf criteria toetsen of bedrijven in de fossiele sector actief werken aan het afbouwen van hun fossiele activiteiten. Nog teveel investeerders lijken huiverig om de overstap te maken naar een rendabele toekomst van duurzame energie, en daar moeten deze criteria bij helpen. De organisaties DivestInvest Network, Sustainable Energy (Denemarken) en Both ENDS (Nederland) publiceren vandaag het rapport 'Managed Decline of Fossil Fuel Businesses', waarin de vijf criteria zijn beschreven. Zo helpen ze investeerders beleggingen te kiezen die in lijn zijn met het Parijsdoel 'max 1,5 graden Celsius opwarming'. Het advies wordt met opzet gepresenteerd op de World Pension Summit, want vooral investeerders van pensioenfondsen kunnen hier meer verantwoordelijkheid in nemen.